vrijdag, september 07, 2007

"Smáfólk "on Iceland

Elfen, trollen en dwergen. Smáfólk (little people) op IJsland.

Meestal is het niet duidelijk voor iedere bezoeker op IJsland, maar dit eiland wordt, naast de IJslanders
zelf, bewoond door vele anderen. Er zijn elfen, even groot als ons mensen. Ze zijn zelden te zien en
leven in de heuvels. Er zijn trollen. De trollen in Noorwegen zijn klein en lelijk en leven onder bruggen,
maar die op IJsland zijn ruim 3 meter groot en leven in de bergen. En er zijn dwergen. De IJslandse
dwergen zijn zo klein als je van een dwerg kan verwachten en ze leven in rotsen. Gezamenlijk is dit
verborgen volk bekend als “smáfólk”, het kleine volk – een merkwaardige naam voor de trollen die
soms 3.5 meter groot zijn – en hun verblijfplaatsen zijn makkelijk te herkennen: het zijn exceptioneel
mooie rotsen, bergen en heuvels.
De bezoekers die denken dat dit alles nonsens is, onderschatten de invloed van dit verborgen volk op
het denken van de IJslanders. Het landschap is zo ontzagwekkend dat zich de mens er zich nietig
onder voelt. Dit werd verergerd door de eerste bewoners die nogal geisoleerd van hun buren leefden
omdat de grond arm was en dus de landerijen uitgestrekt. Groot gebracht met de verhalen van de
vikingen, met een wereld bevolkt door merkwaardige goden en superhelden, is het begrijpelijk dat ze
hun land zagen als het tehuis voor bovennatuurlijke wezens.
Dit geloof zit zo diep dat het soms moeilijk is mythe en realiteit van elkaar te onderscheiden. De
hoofdweg van Reykjavík naar Selfoss buigt een paar kilometer voorbij Hveragerði zonder aanwijsbare
reden naar links vlak bij een kerk aan de rechterkant van de weg. Dat is om een elfenheuvel te
ontwijken. Zelfs in de 21e eeuw worden straten om elfenheuvels en dwergrotsen heen geleid. Recente
ervaringen hebben de mensen geleerd dat het zinloos is een weg over zo’n rots of heuvel aan te
leggen. Bulldozers gaan kapot, hamers breken af, niets kan zo’n rots verbrijzelen, je kunnen er dus
beter omheen gaan.
Ook vandaag nog wordt de jeugd de verhalen over de “kleine mensen” verteld en zij genieten van de
traditie omdat het iets toevoegd aan hun visie op de natuur. Maar het berust op waarheid om te
suggeren dat de oude viking-roots dichter aan de oppervlakte liggen dan menig IJslander wil toegeven.
Een overgrootmoeder vertelde eens dat ze een aantal dagen een schaap miste en dat een elfenvrouw
bij haar aan de deur kwam om zich te verontschuldigen. Die had de melk van het schaap nodig gehad
voor haar zieke kind en vertelde de vrouw waar ze haar schaap kon terugvinden.
Tijdens een lezing over het “kleine volk” vroeg de spreker aan de toehoorders hoeveel van hen in elfen
geloofden, ongeveer 80% stak zijn hand op. Van hen had 50% wel eens met een elf gesproken en 25%
had er weleens een elf gezien. Eén van hen gaf toe weleens sex met een elf te hebben gehad (álfur in
het IJslands), maar later bleek dat hij hardhorend was en dacht dat de spreker het had over een kalf
(kálfur in het IJslands).
Een IJslander die in Canada leefde plaatste eens een advertentie in de nationale krant op IJsland. Hij
wilde graag een vrouwelijke elf naar Canada laten komen als gezelschap voor een mannelijke elf die
per ongeluk met geëimigreerde IJslanders was meegekomen. De mannelijke elf hunkerde naar liefde
en vriendschap. De krant vond het vermakelijk en plaatste de advertentie, maar de adverteerder
maakte geen grap hetgeen de lezers vermoedelijk niet verbaasde.
Als je de IJslanders vraagt naar het kleine volk krijg je waarschijnlijk het verhaal te horen over Niels
Bohr, de Deense natuurkundige en Nobel prijswinnaar, met wie zij een verwandschap voelen omdat
IJsland onder de Deense kroon was toen hij op de top was van zijn kunnen. In die tijd had hij een
geluks-hoefijzer in zijn studeerkamer hangen. Een bezoeker vond het moeilijk te geloven dat een zo
eminent geleerde in dergelijke dingen geloofde. “Ik geloof daar niet in”, zei Bohr, “maar er is me verteld
dat het wel degelijk werkt ook als je er niet in gelooft”.
Aan de hoofdstraat van het plaatsje Grundarfjördur ligt tussen de huizen met nummer 82 en 86 een
vrijstaande elfenrots. Deze “kleine mensen” wonen dus op nummer Grundargata 84.
In Hafnafjördur woont een dame die gevraagd wordt of het nodig is heuvels en rotsen te ontwijken bij
bouwwerkzaamheden. IJslanders geven met een glimlach toe dat die dame vaak geraadpleegd wordt,
maar die glimlach kan tweeledig worden uitgelegd.


Bronnen:
Jansen A. 2001. Reishandboek IJsland. Elmar, Rijswijk. ISBN 90-389-1183-8.
Sale R. 2000. Xenophobe’s guide to the Icelanders. Oval, London. ISBN 1-902825-32-2.

Geen opmerkingen: