zondag, september 30, 2007

Evaluatiedag ASKJA-reizen


Vandaag was de evaluatiedag van ASKJA-reizen in het Scoutinghouse ST. Christoforus te Arnhem.
Heel fijn dat het deze keer een beetje in de buurt was.
Ik ben er heerlijk net als een aantal anderen op de fiets heengegaan!
Ongeveer een uurtje fietsen voor mij, dus goed te doen.



Vanaf 10.00 uur waren we welkom en konden we genieten van een bakkie koffie met een stuk vlaai.

't Was leuk om zo'n evaluatiedag van ASKJA eens te mogen bijwonen.
Er waren zo'n 40 mensen aanwezig. Best wel veel vond ik.

Frits begon met een welkomstwoordje
Het was financieel gezien een goed jaar voor Askja.
Weinig ernstig vervelende dingen gebeurd.
Er was één hotelreis die een hele oude verotte bus had, dat was niet zo leuk.
Verder vertelde Frits over Nortrek en dat Askja volgend jaar met reizen naar Zuid-Afrika wil starten.
Zuid-Afrika wel niet in de lijn van Askja, maar wel een bestemming waar interesse voor is bij de klanten van Askja.

Na Frits deden verschillende dames van kantoor hun woordje over de reizen naar de verschillende bestemmingen.
Daarna gingen we in groepen evalueren over onze reizen.
Tussendoor hadden we nog een lunch en aan het eind konden we nog wat borrelen.
En dit alles in het Scouting-huis in Arnhem.

vrijdag, september 07, 2007

IJslandse hond

Tijdens mijn reis op IJsland in juli van dit jaar(2007) ben ik mensen tegengekomen met IJslandse honden, de zogenaamde Icelandic Sheepdogs.
Erg leuke honden, niet zo groot, heel erg lief voor mensen en super in 't veld...



Kijk voor meer info op de site icelandicdog.

De Kerstman en zo....

Skyrgámur, de skyr likker. Skyr is een populair melkprodukt op IJsland en in vroeger dagen in
ruime hoeveelheid in de koele schuur aanwezig. In deze modern tijd is hij op de ijskast
aangewezen.
Bjúgnakrækir, de worstjes dief. In vroeger dagen werden de bjúgna (grote worsten, ongeveer
6x zo groot als een hotdog) in series bij elkaar aan de nok van het dak gehangen buiten bereik
van de kat, de hond en de kinderen. Hij is nog steeds lenig genoeg om naar boven te klimmen,
maar in deze tijden vindt hij ze vaker vacuum verpakt in de ijskast.
Gluggagægir, hij gluurt door ramen wanneer er niemand binnen is op zoek naar etensrestjes.
Als een kind hem toevallig ziet dan trekt hij meestal rare gezichten om zichzelf er griezelig te
laten uitzien. Eeuwenlang was gluren door ramen geen enkel probleem, maar met de komst van
flats heeft deze Kerstman zich een verrekijker aangeschaft.
Gáttaðefur, de deur snuffelaar. Al van verre over de bergen ruikt hij het speciale brood wat
alleen met Kerstmis wordt gebakken. Zijn neus leidt hem op weg en als de keuken gevonden
heeft maakt hij zijn naam waar door cake te eten.
Ketkrókur, de vleeshaak. Deze Kerstman is een echte carnivoor, hij wil vlees en veel, kan niet
schelen wat het is. In vroeger dagen klom hij op het dak en liet zijn vleeshaak door de
schoorsteen zakken op zoek naar vlees wat daar te roken hing. Op de 23e december werd
namelijk veel gerookt lamsvlees gegeten. De laatste jaren wordt regelmatig vis gegegeten rond
die tijd en het is helaas onbekend wat deze Kerstman daar van vindt.
Kertasníkir, hij zoekt kandelaars. Met kandelaars verlichtte men vroeger de huizen en die
kandelaars waren vaak gemaakt van dierlijk vet, niet echt lekker, maar voor deze kerstman goed
genoeg om zijn honger te stillen en warm te blijven. In deze moderne tijden zoekt hij nog steeds
naar kandelaars, maar zijn honger moet op een andere manier gestild worden.
De Kerstmis Kat. Kennelijk zijn Grýla en haar schalkse kinderen nog niet genoeg, de IJslandse
kinderen moeten ook nog de Kerstmis Kat trotseren. Een hele grote huiskat is wild geworden, hij
is gemeen en gulzig. In plaats van op muizen te jagen, wil hij kinderen hebben, maar niet
zomaar kinderen! Hij eet kinderen die de laatste tijd geen nieuwe kleren hebben gekregen. Op
Kerstavond sluipt hij rond en gluurt ter controle door de ramen. Dezer dagen zorgen IJslandse
ouders er altijd voor dat er op zijn minst een nieuw paar handschoenen of sokken voor de
kinderen is, je weet maar nooit!
Sinds de laatste eeuw laten de Kerstmannen nu een geschenk achter na hun komst,
waarschijnlijk onder invloed van Sinterklaas. Kinderen zetten daarvoor hun schoen bij het raam
of in de vensterbank. Elke Kerstman komt te voet vanuit de bergen en, evenals Sinterklaas,
spelen ze het klaar het hele eiland te bezoeken en kadootjes achter te laten, inclusief alle
IJslandse kinderen die overzee’s wonen. Geen wonder dat ze altijd hongerig zijn.


Bron: Pilkington B. 2001. The Yule Lads. Mal og Menning, Reykjavik. ISBN: 9979-3-2219-5.

Het Zuurstofmannetje




Al vanaf het allereerste ontstaan van de aarde bestaat deze planeet uit ruim 110 verschillende
stammen van atomen. Sommige atomen komen slechts op bepaalde plaatsen voor zoals
Uranium en de groep der zeldzame aarden, andere stammen leven in de zee zoals Halogeen,
Chloor, Broom en Jodium. Er zijn ook stammen die vooral in de lucht voorkomen, Stikstof en de
Zuurstofmannetjes.
Als atomen van verschillende stammen elkaar tegenkomen dan willen ze nog al eens een
verbinding aangaan en vormen dan moleculen. Vooral de zuurstofmannetjes zijn hierin erg
actief, zeker bij verhoogde temperaturen. Een aantal stammen doet niet mee en verbinden zich
nooit. Zij zijn de stammen der edelgassen: Helium, Neon, Argon, Krypton, Xenon en Radon, of
edelmetalen zoals Platina en Goud. Ook de zuurstofmannetjes hebben geen schijn van kans bij
deze adelstand, maar bij andere atomen des te meer. In IJsland komen de zuurstofmannetjes
zeer aan hun trekken. Als moedertje aarde buikpijn krijgt dan wrijven zij zich al in hun handen.
Want wat wil het geval: boven de grond is het Zuurstofmannetje overal en zijn er nauwelijks nog
ongebonden atomen van andere stammen te vinden, op de adel na natuurlijk. Maar onder de
grond, dieper in de aarde, kan het Zuurstofmannetje niet zo goed komen. En als het een enkele
keer al lukt dan wordt hij gelijk aangepakt door een waterstofmannetje en geneutraliseerd tot
water. Vandaar dat zuurstofmannetjes hun kans zien als moeder aarde moet braken en enorme
hoeveelheden ongebonden atomen naar buiten gooit.
Eén van de verschijnselen die we op de video gezien hebben is de enorme lichtflitsen en
explosies in de vulkaan uitbarstingswolken. De verklaring is dat triljoenen zuurstofmannetjes
zich verbinden met de ondergrondse waterstofmannetjes. Bij het treffen tussen zulke enorme
legers komt zoveel energie vrij dat deze zich met oerkracht ontlaadt. Zuurstofmannetjes en
waterstofmannetjes vormen samen knalgas. Als raketten gelanceerd moeten worden begint men
af te tellen bij tien en bij nul gaan de afsluiters open van een tank zuurstofmannetjes en een
andere tank waterstofmannetjes die door hun treffen de raket lanceren.
Een tweede verschijnsel dat de zuurstofmannetjes teweeg brengen zijn de kleuren die we
vandaag in de stenen van de vulkaan hebben gezien. Zwarte stenen hebben hele hoge
temperaturen meegemaakt waardoor de zuurstofmannetjes alle atomen verbonden hebben. In
de volksmond heet dit ook ‘verkoold’. Zijn de temperaturen milder geweest, dan geven
verschillende atoomstammen soms mooie kleuren als ze met het Zuurstofmannetje verbonden
worden. Neem b.v. Mangaan: normaal mooi lichtbruin, maar komt het Zuurstofmannetje in de
buurt dan wordt het groen, misschien wel van ergernis. Na twee keer verbonden te worden
wordt het rood (van schaamte !) en na vier keer verbonden te zijn zelfs paars.
Zuurstofmannetjes zijn ook actief in pruttelpotjes. Dat werkt als volgt. Water sijpelt in het
magma, daar wordt het opgewarmd tot stoom waardoor de druk oploopt en de stoom door het
water naar buiten wordt gestoten. Vanuit het magma neemt de stoom wat van het atoom zwavel
mee, dat in ruime mate in het magma voorkomt. Het zuurstofmannetje verbindt zich snel met dit
meekomende zwavel en deze verbinding in water heet zwavelzuur. De kalk in de rotsen en in de
grond verbindt zich weer met het zwavelzuur en vormt gips. Vandaar de grijswitte,
modderachtige substantie waardoorheen de stoom opborrelt.
Aldoende is het Zuurstofmannetje afgetekend als een agressief en aanranderig type. Dat is niet
helemaal terecht. Wij mensen kunnen geen minuut zonder het Zuurstofmannetje en hebben het
nodig om adem te halen en daarmee te leven.
Zoals ieder sprookje heeft ook dit sprookje een moraal:
mannetjes zijn misschien wel opdringerig en agressief, maar je kunt niet zonder ze.

"Smáfólk "on Iceland

Elfen, trollen en dwergen. Smáfólk (little people) op IJsland.

Meestal is het niet duidelijk voor iedere bezoeker op IJsland, maar dit eiland wordt, naast de IJslanders
zelf, bewoond door vele anderen. Er zijn elfen, even groot als ons mensen. Ze zijn zelden te zien en
leven in de heuvels. Er zijn trollen. De trollen in Noorwegen zijn klein en lelijk en leven onder bruggen,
maar die op IJsland zijn ruim 3 meter groot en leven in de bergen. En er zijn dwergen. De IJslandse
dwergen zijn zo klein als je van een dwerg kan verwachten en ze leven in rotsen. Gezamenlijk is dit
verborgen volk bekend als “smáfólk”, het kleine volk – een merkwaardige naam voor de trollen die
soms 3.5 meter groot zijn – en hun verblijfplaatsen zijn makkelijk te herkennen: het zijn exceptioneel
mooie rotsen, bergen en heuvels.
De bezoekers die denken dat dit alles nonsens is, onderschatten de invloed van dit verborgen volk op
het denken van de IJslanders. Het landschap is zo ontzagwekkend dat zich de mens er zich nietig
onder voelt. Dit werd verergerd door de eerste bewoners die nogal geisoleerd van hun buren leefden
omdat de grond arm was en dus de landerijen uitgestrekt. Groot gebracht met de verhalen van de
vikingen, met een wereld bevolkt door merkwaardige goden en superhelden, is het begrijpelijk dat ze
hun land zagen als het tehuis voor bovennatuurlijke wezens.
Dit geloof zit zo diep dat het soms moeilijk is mythe en realiteit van elkaar te onderscheiden. De
hoofdweg van Reykjavík naar Selfoss buigt een paar kilometer voorbij Hveragerði zonder aanwijsbare
reden naar links vlak bij een kerk aan de rechterkant van de weg. Dat is om een elfenheuvel te
ontwijken. Zelfs in de 21e eeuw worden straten om elfenheuvels en dwergrotsen heen geleid. Recente
ervaringen hebben de mensen geleerd dat het zinloos is een weg over zo’n rots of heuvel aan te
leggen. Bulldozers gaan kapot, hamers breken af, niets kan zo’n rots verbrijzelen, je kunnen er dus
beter omheen gaan.
Ook vandaag nog wordt de jeugd de verhalen over de “kleine mensen” verteld en zij genieten van de
traditie omdat het iets toevoegd aan hun visie op de natuur. Maar het berust op waarheid om te
suggeren dat de oude viking-roots dichter aan de oppervlakte liggen dan menig IJslander wil toegeven.
Een overgrootmoeder vertelde eens dat ze een aantal dagen een schaap miste en dat een elfenvrouw
bij haar aan de deur kwam om zich te verontschuldigen. Die had de melk van het schaap nodig gehad
voor haar zieke kind en vertelde de vrouw waar ze haar schaap kon terugvinden.
Tijdens een lezing over het “kleine volk” vroeg de spreker aan de toehoorders hoeveel van hen in elfen
geloofden, ongeveer 80% stak zijn hand op. Van hen had 50% wel eens met een elf gesproken en 25%
had er weleens een elf gezien. Eén van hen gaf toe weleens sex met een elf te hebben gehad (álfur in
het IJslands), maar later bleek dat hij hardhorend was en dacht dat de spreker het had over een kalf
(kálfur in het IJslands).
Een IJslander die in Canada leefde plaatste eens een advertentie in de nationale krant op IJsland. Hij
wilde graag een vrouwelijke elf naar Canada laten komen als gezelschap voor een mannelijke elf die
per ongeluk met geëimigreerde IJslanders was meegekomen. De mannelijke elf hunkerde naar liefde
en vriendschap. De krant vond het vermakelijk en plaatste de advertentie, maar de adverteerder
maakte geen grap hetgeen de lezers vermoedelijk niet verbaasde.
Als je de IJslanders vraagt naar het kleine volk krijg je waarschijnlijk het verhaal te horen over Niels
Bohr, de Deense natuurkundige en Nobel prijswinnaar, met wie zij een verwandschap voelen omdat
IJsland onder de Deense kroon was toen hij op de top was van zijn kunnen. In die tijd had hij een
geluks-hoefijzer in zijn studeerkamer hangen. Een bezoeker vond het moeilijk te geloven dat een zo
eminent geleerde in dergelijke dingen geloofde. “Ik geloof daar niet in”, zei Bohr, “maar er is me verteld
dat het wel degelijk werkt ook als je er niet in gelooft”.
Aan de hoofdstraat van het plaatsje Grundarfjördur ligt tussen de huizen met nummer 82 en 86 een
vrijstaande elfenrots. Deze “kleine mensen” wonen dus op nummer Grundargata 84.
In Hafnafjördur woont een dame die gevraagd wordt of het nodig is heuvels en rotsen te ontwijken bij
bouwwerkzaamheden. IJslanders geven met een glimlach toe dat die dame vaak geraadpleegd wordt,
maar die glimlach kan tweeledig worden uitgelegd.


Bronnen:
Jansen A. 2001. Reishandboek IJsland. Elmar, Rijswijk. ISBN 90-389-1183-8.
Sale R. 2000. Xenophobe’s guide to the Icelanders. Oval, London. ISBN 1-902825-32-2.

zondag, september 02, 2007

De Knoop van IJsland

Toen ik afgelopen juli in IJsland was was het precies 100 jaar geleden dat de duitse geoloog Walther von Treben in de buurt van Askja verdwenen is.

De knoop van Ijsland


De knoop van Ijsland is een uitgave van Atlas


IJsland is het land 'met tien maanden sneeuw en twee maanden regen'. Maar er liggen ook heel wat actieve of uitgedoofde vulkanen. Een van die vulkanen is de Askja, die ook wel 'knoop van IJsland' genoemd wordt. Zo heet ook het boek van schrijver-antropoloog Gerrit-Jan Zwier, een historische roman die zich afspeelt op het IJsland van begin vorige eeuw.

Het is het jaar 1908. De Duitse geoloog Walther von Treben is verdwenen bij een expeditie naar de Askja. Ina von Münster, zijn verloofde, kan zijn dood niet accepteren. Ze is ervan overtuigd dat haar geliefde nog ergens op IJsland rondzwerft en gaat naar hem op zoek.
Ze wordt vergezeld door Hans Otten, ook een geoloog. Hij moet het wetenschappelijk werk van de betreurde Walther afmaken.

De Askja-krater ziet eruit als een reusachtige kookketel. Geologen noemen dat een caldera. Maar was die vorm er al voor de explosie van 1875 of niet ? Dat is de vraag waarmee Hans door zijn professor geologie op pad gestuurd is. Ina gelooft niet dat Walther dood is, omdat zijn lichaam nooit teruggevonden is. Er was één getuige van het ongeval: Horstmann, de enige overlevende van de expeditie. Hij beweert dat Walther, samen met een ander expeditielid, verdronken is in het meer van de uitgedoofde krater. Maar het boterde niet te best tussen die twee en Horstmann. Daarom verdenkt Ina Horstmann ervan dat hij het ongeval heeft veroorzaakt.

Begeleid door Bjarni, een IJslandse gids, trekken Ina en Hans te paard het binnenland in. Langs gletsjers, door ijsvlaktes en ongetemde riviertjes. Op vele plaatsen hebben lavastromen het laagland droog gelegd en overdekt met een zwart pantser. Bjarni is een typische IJslandse boer. In de winter ligt zijn werk acht tot tien maanden stil. Als het begint te dooien, laat hij zijn schapen los en gaat hij gras maaien en hooien. Zijn inkomen vult hij aan met eieren zoeken. En met gidsen dus.

Hans ergert zich aan het eigenzinnige gedrag van zijn reisgenote. Toch voelt hij ook medelijden, omdat hij zelf kort daarvoor zijn moeder heeft verloren. Op de berg Herdubreid, de 'koningin van IJsland', bouwt hij met stenen een gedenkteken voor haar.

Intussen vernemen ze dat Horstmann, net als zij, op weg is naar de Askja. Dat doet vragen rijzen. Wil hij gewoon verder onderzoek doen of komt hij hen hinderen en eventuele sporen van een misdaad (moord ?) uitwissen ?

De gids laat hen achter bij het meer in de Askja-krater. Ina's fantasie slaat op hol. Ze weigert om met Hans het meer op te varen. Maar ze duikt wel zelf het water in, om te gaan zoeken. 's Nachts gaat ze soms slaapwandelen. Hans moet haar met een touw aan zich vastbinden, om te vermijden dat ze in het meer valt.

Toch is zij het ook die het raadsel van de Askja helpt ontsluieren. Ze leest een gedicht voor van een IJslandse dichter, uit een bundeltje dat ze bij zich heeft. Daarin wordt de vulkaan beschreven, zoals hij er moet
hebben uitgezien voor de uitbarsting. En toen had hij al die specifieke kratervorm. Hans is opgetogen en ziet zijn naam in gedachten boven een belangrijk geologisch artikel.

Ina was al wat bijgedraaid, toen ze zag hoe Hans rouwde om zijn overleden moeder. Zeker na het gedoe met het touw voelt ze zich wat schuldig. Ze vraagt Hans om haar te masseren en laat merken dat ze dat fijn vindt. Ze stemt erin toe om een medaillon met de foto van Walther, als teken van aanvaarding, in het meer te gooien.

Maar plots komt Horstmann met zijn boot het meer opgeroeid. Ina hoort het geplons en denkt dat het Walther is. Ze stort zich in het water om hem te redden. Maar het is integendeel Horstmann, de man aan wie ze zo'n hekel heeft, die haar moet redden.

Dat voorval geeft de doorslag. Horstmann heeft Ina gered en stemt er ook in toe om de gegevens van zijn onderzoek te bundelen met die van Hans. Ina berust in haar lot en maakt zich los van de overleden Walther. Dat mag Hans tot zijn genoegen ondervinden, want ze bezorgt hem een onvergetelijke liefdesnacht.

Ze bouwen samen een gedenkteken voor Walther, net zoals Hans eerder voor zijn overleden moeder had gedaan. Als Bjarni hen weer komt oppikken, hangt er een witte nevelsluier over het meer. Alsof de natuur laat zien dat een periode van rouw afgesloten is.